PIETER BLOM EN ANNA VAN DUSSELDORP

Het zou immers nog tot 1956 duren dat de man wettelijk het hoofd van het gezin was. Uit de boedelbeschrijving blijkt dat Pieter en Anna nog eigenaar waren van het pand aan de Elandstraat 88, waarvan de winkel inmiddels overgenomen was door zoon Piet. Uit de boedelbeschrijving blijkt ook dat Pieter en Anna het pand in 1922 in eigendom verkregen hadden en dat er bij het overlijden van Pieter Sr. nog een hypotheek op rustte van 4000 gulden.

Waar hun kinderen toen woonden

Pieter Jr. zou het pand overnemen en zijn broers en zuster uitkopen. Zijn broer Dirk woonde toen aan de 1e Rozendwarsstraat, waar hij ook een aardappelwinkel had. Arnold was toen kantoorbediende en woonde nog in bij zijn ouders aan de Reinier Claeszenstraat. Of zijn ouders woonden in bij hem. Dat weten we nog niet. Zoon Toon was ook kantoorbediende en woonde toen al aan het Mariotteplein 46 in Amsterdam, Dirkje woonde met Carel Willem aan de Geuzenkade 72 in Amsterdam, waar hun eerste kind geboren is. Albert was griffier van “den Raad van Beroep voor Sociale Verzekeringen” en woonde aan de Nassaukade 1 in Amsterdam.

Het leven van Pieter en Anna

Hun aardappelzaak was niet alleen een detail-, maar ook een groothandel. Een van hun klanten was bijv. het restaurant van het Centraal Station. Ook de kinderen van hun zoon Piet kunnen zich uit latere tijd  nog herinneren dat er (geschilde) aardappels geleverd werden aan het CS. Voordeel voor hen was dat zedan gratis naar de treinen konden kijken. Bijv. de mooie rijtuigen van de Pullman-expres naar Parijs. Normaal moest je namelijk een kaartje kopen om het station in te mogen.  Pieter was een van de eerstenin de Jordaan die een vrachtauto had. Het vervoer ging anders met karren, die over de vele bruggen in de Jordaan getrokken moesten worden. Dat over de bruggen trekken van karren was een apart vak, waarmee sommige Jordanezen hun geld verdienden.